Lilian de Ruiter beeldverslag MLI studentnummer 2532395

May 8, 2018 | Author: Anonymous | Category: Documents
Report this link


Description

Mijn MLI-reis Lilian de Ruiter – Studentnummer 2532395 In dit document beschrijf ik mijn ontwikkeling die ik heb doorgemaakt in de twee jaar dat ik de master Leren en Innoveren heb gevolgd. Introductie De afgelopen twee jaar hebben voor mij vooral in het teken gestaan van de master Leren en Innoveren. De opleiding is vaak een wisseling van uitersten geweest. Zo was het aan de ene kant super zwaar door de combinatie met een fulltime baan en een huishouden in mijn eentje, maar aan de andere kant zo interessant dat ik niet wilde stoppen. Al zijn er zeker momenten geweest waarop ik dacht dat stoppen een goed idee was. Nu ben ik heel blij dat ik dat niet gedaan heb en bezig ben met de afsluiting van deze nuttige opleiding. In dit tijdschrift laat ik zien waar ik stond toen ik aan de opleiding begon, hoe ik me ontwikkeld heb en welke plannen ik voor de toekomst heb. Veel leesplezier! Intakegesprek en begin van de studie Officieel begon de MLI voor mij op 1 september 2014, maar in mei van dat jaar was ik al bezig met de voorbereiding. Die bestond uit een opdracht die ik thuis moest maken en een introductieavond, waarop ik vast een paar medestudenten leerde kennen. Na de introductieavond heb ik een verslag geschreven, waarin ik beschreef waar ik op dat moment stond en waar ik met de opleiding naar toe wilde. Als ik dit terug lees, merk ik dat ik sommige plannen heb waargemaakt, maar dat anderen niet aan bod zijn gekomen. In dit stuk staat bijvoorbeeld dat ik me wil verdiepen in de rol van de decaan en mijn vak, Mens & Maatschappij, wil verbeteren door de docenten meer scholing te bieden in de vakken waar zij geen bevoegdheid voor hebben. De rol van decaan heb ik niet meer onderzocht, al blijf ik dat wel een interessant onderwerp vinden. In de toekomst hoop ik daar meer mee te gaan doen. Mens & Maatschappij is zeker in het eerste jaar wel een belangrijk onderdeel voor mij geweest binnen de studie. Zo heb ik mijn paper over dit onderwerp geschreven en ben ik bij LA2 ook uit gegaan van mijn eigen vak bij het vormgeven van mijn herontwerp. Mijn leerdoelen aan het begin van de opleiding waren deze: 1. Open staan voor innovaties 2. Het ondersteunen van de school op het gebied van innovaties 3. Meer overzicht van de organisatie waarin ik werk Eén leerdoel heb ik daar gedurende het eerste halfjaar aan toegevoegd: ‘Ja’ zeggen op dingen waar ik alleen ‘nee’ op wil zeggen omdat ik het eng vind. Ik wilde enge dingen doen om mezelf te ontwikkelen, zekerder te maken en me niet te laten tegenhouden door angst. Dat resulteerde in onder andere deze gebeurtenissen: - Presentatie voor studenten van de HAN over het lesgeven in het VMBO - Presentatie opening I/O gebouw van de HAN met Jet Bussemaker - In mijn eentje op vakantie naar Griekenland - Presentatie van mijn onderzoeksvoorstel tijdens de Eapril Conferentie in Luxemburg - Het oefenen van een skillsgesprek voor hele klas van de MLI Na afloop van het diner met Jet Bussemaker en twee andere jonge docenten Mijn collega’s over mij mei 2014 Door aan het begin van de opleiding stil te staan bij mijn sterktes en zwaktes, heb ik meteen gebruik kunnen maken van mijn sterktes en aandacht kunnen besteden aan mijn zwaktes. Terugkijkend op deze doelen en de studie, zie ik dat deze doelen goed aansluiten bij de inhoud van de opleiding. Op de volgende pagina’s ga ik verder in op deze doelen en de doelen die de MLI opgesteld heeft. Dit doe ik aan de hand van de vier rollen van de MLI: 1. Excellente leraar 2. Ondernemende ontwikkelaar 3. Reflective Practitioner 4. Begeleider en gesprekspartner van collega’s Wim van der Rijt, Teamleider ‘Lilian is goed in samenwerken en is heel mensgericht. In haar ideeën slaat ze soms de stap van het analyseren over, doordat ze vertrouwt op haar intuïtie. ’ Joke van Strijp, collega ‘Lilian is betrouwbaar en een echte ontwikkelaar. Ze moet er op letten dat ze niet altijd ‘ja’ zegt op alle opdrachten en taken. ‘Nee’ is ook een antwoord.’ Ramona Krul, collega ‘Lilian is open en eerlijk. Plannen gaat niet altijd goed, doordat ze veel tegelijk wil doen.’ Marieke Sanders, collega ‘Lilian is een gedreven docent die in haar lessen veel gebruik maakt van de dagelijkse praktijk.’ Rol 1. Excellente leraar Waar stond ik? – De eerste twee jaar in een leergebied Sinds een aantal jaar geef ik les op het Fioretti College in het vak Mens & Maatschappij. Ik heb geschiedenis gestudeerd, maar binnen M&M geef ik ook les in aardrijkskunde, economie, levensbeschouwing en maatschappijleer. In het begin vond ik vooral economie een uitdaging, maar het werd me snel duidelijk dat dit een belangrijk onderdeel is van het vak. Niet alleen omdat het de leerlingen veel tips en kennis mee geeft voor hun privé leven, maar ook omdat economie een keuzevak is op het Fioretti College, waar de leerlingen uiteindelijk examen in kunnen doen. Ook maatschappijleer is een examenvak, wat het ook een belangrijk onderdeel maakt binnen M&M. Binnen de sectie M&M werken we veel samen met elkaar. Geen van de M&M-docenten heeft een bevoegdheid voor het vak economie. Ik vond dat een gemis in onze sectie en wilde me hier graag sterk voor maken. Dit werd gezien door mijn collega’s, die mij aan het begin van de studie beschreven als iemand die graag lesmateriaal ontwikkelt en het belangrijk vindt om kennis en vaardigheden te delen. Wat heb ik gedaan? – Pijlen op Mens & Maatschappij In de afgelopen twee jaar heb ik me verdiept in de achtergrond van het leergebied Mens & Maatschappij. Ik ben daarmee begonnen bij het schrijven van mijn paper voor LA1. Dit paper had als titel ‘Vakintegratie in de maatschappijvakken’ en gaf antwoord op de vraag: ‘Op welke manier moet Mens & Maatschappij vorm gegeven worden zodat het betekenisvol wordt voor de leerlingen en hen motiveert tot leren?’ Leerlingen leerden bij M&M vooral veel feiten uit hun hoofd, die getoetst werden in schriftelijke overhoringen en proefwerken. Hierdoor schoot M&M vaak zijn doel voorbij. Het doel van het vak is de leerlingen een beter begrip van de wereld om hen heen meegeven, maar doordat de focus op feiten lag, kenden de leerlingen de stof wel, maar konden ze geen verbanden leggen. Tijdens een vergadering heb ik daarom een presentatie gegeven over toetsen in het algemeen. Later zijn we steeds meer gaan werken volgens het RTTI-model. We zijn nu nog steeds bezig met de ontwikkeling van steeds betere toetsen, maar doordat we toetsen die we maken eerst laten beoordelen door alle sectieleden voordat we (allemaal dezelfde) toetsen afnemen, is de kwaliteit van de toetsen flink verbeterd. Zelf terug naar school In gesprek met mijn collega’s hoorde ik dat zij het met hun geschiedenis of maatschappijleer achtergrond lastig vonden om economische onderwerpen op een leuke en goede manier uit te leggen en daar met de leerlingen mee aan het werk te gaan. Zij beschikten op dat punt dus niet over voldoende self-efficacy. Ik voel me verantwoordelijk voor de didactische visie van de school en heb daarom de organisatie voor de studiedag op me genomen. Ik ben gaan praten met docenten van de lerarenopleiding Economie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in Nijmegen en heb hen gevraagd of zij ons op de studiedag wat didactische tips konden geven voor het vak economie. Twee docenten van deze opleiding hebben daarna tijdens de studiedag uitleg gegeven over didactiek voor economie en met ons wat werkvormen uitgewerkt die wij kunnen gebruiken in onze lessen. De werkvormen hebben we vastgelegd in onze online database, zodat we hier allemaal gebruik van kunnen maken. Door de organisatie van deze studiedag heb ik een constructieve bijdrage geleverd aan het didactische en pedagogische klimaat van mijn school. Door mijn ervaring met M&M ben ik in de afgelopen jaren ook door de HAN zelf gevraagd om mee te denken over het onderwijs van de lerarenopleidingen, en heb ik een workshop gegeven aan eerstejaars studenten van diverse lerarenopleidingen. Door contacten met de lerarenopleiding blijf ik betrokken bij de ontwikkeling van het onderwijs en kan ik zelf een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van docenten van de toekomst. Presentatie voor de workshop op de HAN Peter Doeswijk, sectievoorzitter M&M, over de studiedag Voor de workshop over lesgeven in het VMBO die ik gegeven heb aan eerstejaars studenten van de HAN heb ik docenten en leerlingen antwoord laten geven op de vraag: Wat is een goede VMBO docent? De filmpjes die hieruit voortkwamen staan hieronder. Docenten aan het woord Leerlingen aan het woord ‘Je reageert altijd positief naar de leerlingen toe en bent interpersoonlijk sterk.’ ‘Je hebt grote interesse in het puberbrein.’ ‘Je bent een proactieve netwerker.’ ‘Je steekt je kennis niet onder stoelen of banken.’ ‘Als je iets op touw zet is dat altijd goed overdacht.’ ‘Je weet mensen te enthousiasmeren.’ ‘Je draagt in grote mate bij aan de ontwikkeling van de lessen voor M&M.’ In 2015 ben ik beoordeeld volgens de biomonitor, het bekwaamheidsdossier dat gebruikt wordt op alle OMO scholen. Ik scoorde op alle punten de hoogste beoordeling, wat mij voor mijn organisatie kenmerkt als een excellent docent. Hieronder staan wat opvallende uitspraken van collega’s die zij in het kader van de beoordeling volgens de biomonitor over mij gedaan hebben. Waar wil ik nog naar toe? De implementatie van de MLI In mijn rol als excellente leraar wil ik in de toekomst graag meer ruimte voor het ontwikkelen van lesmateriaal. Uit mijn paper bleek dat eigen lesmateriaal de motivatie van leerlingen kan verhogen omdat dit materiaal beter afgestemd kan worden op de leerlingen in de regio van de school. ‘De regio’ is voor Mens & Maatschappij als maatschappelijk vak een belangrijk uitgangspunt. Vanuit daar bekijken de leerlingen de rest van de wereld. De kennis die ik de afgelopen twee jaar heb opgedaan en dat wat ik hiermee nog meer ga leren wil ik in de toekomst blijven inzetten om de school waar ik werk te ondersteunen en verbeteren. Ook wil ik voor collega’s een rolmodel zijn en blijven. Zeker voor mijn collega’s in mijn sectie en in mijn team is dit goed gelukt. Het zou fijn zijn als ik mijn kennis school breed in kan zetten. O.a. deze boeken hebben me geholpen bij het ontwikkelen van deze rol: Rol 2. Ondernemende ontwikkelaar Waar stond ik? Ontwikkelen over de grens Het ontwikkelen van lesmateriaal heeft altijd mijn aandacht gehad. Toen ik zelf op de middelbare school zat vond ik het altijd leuker om met een activerende werkvorm aan de slag te gaan dan te lezen en opdrachten te maken. Op de lerarenopleiding was voor activerende didactiek ook veel aandacht en deze kennis heb ik later altijd goed kunnen gebruiken in mijn lessen, door niet alleen de methode te volgen maar ook afwisselende opdrachten te geven. Met leerlingen in Berlijn Tijdens mijn studiereizen naar Berlijn, Rome en West-Turkije heb ik veel gezien en geleerd. Op reis gaan en andere mensen en culturen leren kennen is een verrijking van het leerproces. Toen ik op het Fioretti College ging werken werd er voor de leerlingen geen reis georganiseerd. Ik heb daarom het initiatief genomen om een reis naar Berlijn te organiseren voor klas 4. De directie vond het een goed idee en ook de ouders en leerlingen waren enthousiast. Samen met een collega ben ik twee keer naar Berlijn gegaan om alles goed voor te bereiden en in 2014 gingen we met de eerste groep leerlingen naar Duitsland. Het was een super leuke reis die natuurlijk in het teken stond van gezelligheid, shoppen en de McDonalds, maar waar ook ruimte was voor cultuur en geschiedenis. Ik vond dat belangrijke onderdelen van de reis, om de leerlingen echt wat te laten zien van Duitsland. Zo zijn we naar Sachsenhausen, Checkpoint Charlie, East Side Gallery en de Berliner Dom gegaan. Zeker Sachsenhausen, een voormalig concentratiekamp, maakte veel indruk op de leerlingen. Wat heb ik gedaan? Ontwikkeling binnen de grenzen van mijn vak De sectie M&M werkte tot twee jaar geleden met een boekje, waar alles over het vak in stond. Dit was een zeer nuttig boekje, zeker voor invallers of docenten die eigenlijk bij een andere sectie hoorden maar ook een paar uur M&M gaven. Het probleem was alleen dat er gedurende het jaar vaak aanpassingen nodig waren door bijvoorbeeld wijzigingen in de planning of de formatie. Een heel nieuw boekje laten drukken was dan teveel moeite en kostte teveel geld. Ik heb daarom het initiatief genomen tot de ontwikkeling van een website, waar we al onze informatie kwijt kunnen. Deze website is gedurende het jaar steeds aan te passen en voor alle collega’s gemakkelijk te vinden door een snelkoppeling op hun werklaptop. Tijdens LA2 heb ik me in eerste instantie net als bij LA1 gericht op mijn eigen vak. Het vormgeven van een uitdagend ontwerp was de opdracht bij dit LA en ik heb in het begin flink moeten zoeken naar de focus. Was zo geïnspireerd geraakt door dat wat ik gelezen had voor mijn paper, dat ik het lastig vond om keuzes te maken. Gelukkig richtten we ons in dit LA eerst op de school als geheel. Ik heb een curriculum analyse geschreven wat duidelijk maakte waar een verbetering in de school mogelijk was. Zo werd in lessen en toetsen teveel de focus gelegd op het uiteindelijke cijfer, maar niet op de weg daar naartoe of het aanleren van vaardigheden. In de schoolgids stond juist dat dat als erg belangrijk wordt gezien. Deze ‘ontdekking’ zorgde ervoor dat ik me wilde richten op het aanleren van vaardigheden. Uiteindelijk ben ik uit gegaan van het aanleren van informatievaardigheden voor leerlingen. De keuze hiervoor heb ik verwoord in een verantwoordingsdocument. Uiteindelijk heeft het LA geleid tot een trapmodel en een stroomschema. Stroomschema en link naar verantwoordingsdocument Over de grens van mijn eigen vak Door de MLI ben ik me gaan verdiepen in het onderwijs van de toekomst. Dit sprak me erg aan omdat ik hier al veel over gehoord had van een vriend van mij, die ook in het onderwijs werkt. Door mijn teamleider ben ik uiteindelijk gevraagd een presentatie te geven aan Team 2, het team waar binnen ik werkzaam ben, over het onderwijs van de toekomst. Team 2 bestaat uit docenten die vooral lesgeven aan leerlingen van het tweede leerjaar. Zij werken dus in verschillende secties. Presentatie voor mijn team Dit idee heb ik nog niet goed kunnen introduceren. De reden daarvoor vond ik terwijl ik bezig was met de innovatieanalyse bij LA3. Door deze analyse kwam ik er achter dat ik werk in een behoudende school waar verandering snel als iets heel engs wordt gezien en vaak geen doorgang vindt. De directie wil graag grip op de school houden en vernieuwingen moeten daarom ook altijd via de directie geïntroduceerd worden. Het initiatief mag bij docenten liggen, maar de uitvoering niet. Daar heb ik veel last van gehad in de afgelopen twee jaar. LA3 heeft mij door onder andere de skills gesprekken en het doorgronden van de organisatie wel veel wijzer gemaakt over de school en zijn werkwijze. Dit heeft mij in de afgelopen maanden al veel opgeleverd, zoals te horen is in de screencast die ik voor LA3 gemaakt heb. De skillsgesprekken vond ik een echte uitdaging. Ik wilde graag veel oefenen op de maandagen en stelde uiteindelijk een klassikaal skills-oefen-gesprek voor. Ik heb toen ten overstaan van de klas mijn skills geoefend met twee medestudenten die zich voordeden als mijn leidinggevenden. Super spannend, maar ik kreeg ook meteen goede feedback. Zo moest ik zorgen dat ik en mijn gesprekspartners meer samen naar een oplossing gingen kijken en het gesprek niet laten ‘verharden’. Daar heb ik veel aan gehad, zoals ook blijkt uit het in één keer halen van mijn skillsgesprek. Screencast LA3 Mijn avatar tijdens LA4 Link naar mijn blog die ik gebruikt heb tijdens de studie Waar wil ik nog naar toe? Het model dat ik ontwikkeld heb bij LA2 heb ik geïntroduceerd bij mijn collega’s. Op dit moment zijn er collega’s die er voorzichtig mee aan het werk gaan, maar dit doen zij niet allemaal. Collega’s die het idee nog niet gebruiken, geven aan dat zij denken dat het te lastig is voor de leerlingen die wij lesgeven of vinden dat de opdrachten goed zijn zoals ze nu worden gegeven. Toch vragen steeds meer collega’s om uitleg over het aanleren van informatievaardigheden en zien zij meer en meer het nut daarvan in. Als ik meer tijd heb na het afronden van de MLI wil ik hier meer mee gaan doen. Ik denk dat de verandering dan niet zo zeer vanuit de directie moet komen, maar meer doordat ik in gesprek ga met collega’s die open staan voor nieuwe ideeën. Ik moet rekening houden met de conservatieve instelling van veel van de leidinggevenden binnen mijn organisatie, zoals ik die beschreven heb in mijn innovatieanalyse. Dat is de weg die ik ga bewandelen. Binnen LA4 ben ik niet alleen gaan kijken bij een ander vak, maar heb ik me verdiept in het onderwijs van de toekomst. Het interessante aan dit LA was dat ik mijn fantasie eens flink kon laten gaan, maar tegelijkertijd met het idee dat het niet bij fantasie alleen blijft. Samen met mijn leergroepje van dit LA heb ik een scenario ontwikkeld voor het onderwijs van 2030. Doordat ik gedurende dit LA met een flinke hersenschudding thuis kwam zitten, heb ik daarna een hoop gemist. Om mijn gemiste opdrachten in te halen heb ik een verhaal geschreven over een docent in het middelbaar onderwijs van de toekomst, met als basis het scenario dat ik en mijn groepje gemaakt hadden. Met dit verhaal maak ik duidelijk welke veranderingen ons te wachten kunnen staan in het onderwijs van de toekomst. Verhaal 'Docent in een global village' Link naar mijn artikel uit Zorg Primair Rol 3. Reflective Practitioner Waar stond ik? – Een onderzoeksgroentje In mijn eerste jaren als docent heb ik mijn lessen en andere werkzaamheden steeds proberen te verbeteren. Dat deed ik vaak door gewoon dingen uit te proberen, zonder een onderzoek daaraan vooraf te laten gaan. Ook las ik in die tijd niet veel over onderwijs en aanverwante zaken. Ik had hier dus nog echt veel te leren. Natuurlijk had ik wel mijn afstudeeronderzoek van de lerarenopleiding gedaan, maar dat was mijn enige kennis met het doen van onderzoek. Wat heb ik gedaan? – Veel geleerd in korte tijd Het schrijven van LA1 vond ik zeker in het begin erg moeilijk. Als ik stukken terug lees uit die eerste pogingen gaat het verhaal alle kanten op en zit er weinig structuur in. Gelukkig was ik niet de enige die hier moeite mee had, en kon ik samen met mijn medestudenten mezelf ontwikkelen in het academisch schrijven. Net voor de vakantie aan het einde van het eerste MLI-jaar vroeg Anouke Bakx of ik mijn vakpublicatie vast wilde schrijven. We spraken op dat moment over het model dat ik voor LA2 ontwikkeld had en ze vond het niet alleen passen bij middelbare scholen, maar ook bij het primair onderwijs. Ze wilde me wel voordragen bij Zorg Primair, een blad voor werknemers van basisscholen. Ik stemde in en ging aan het schrijven. Meteen merkte ik dat ik de manier van schrijven voor een tijdschrift een stuk fijner vond dan het academisch schrijven dat ik van LA1 en LA5-I gewend was. De vrijheid en de losse toon waarin ik mijn verhaal kon doen nodigde uit tot het schrijven van een stuk dat ik ook leuk mocht maken. Ik vond het een erg fijne opdracht en toen de hoofdredacteur vroeg of ik nog een keer een artikel wilde schrijven maar dan een stuk groter en voor een blad dat een hogere oplage heeft, heb ik meteen ingestemd. Dat artikel ga ik komende zomer schrijven. Nog genoeg te leren Het schrijven van LA5-I kostte me weer veel moeite. Ik was door mijn school gevraagd om onderzoek te doen voor de TechniekMavo, een nieuwe richting die opgezet gaat worden voor de bovenbouw van de mavo. Het doel van de TechniekMavo is het voorbereiden van leerlingen op een vervolgopleiding in de technische richting. Nu kiezen nog te weinig leerlingen voor deze richting, terwijl dit voor velen wel een goede keuze is, ook met het oog op een baan voor later. Ik heb onderzocht hoe leerlingen in de onderbouw gemotiveerd kunnen worden voor bètatechniek (binnen de TechniekMavo komt techniek namelijk in de meest brede zin aan bod), met als doel het motiveren van meer leerlingen voor deze richting. Mijke van As en ik tijdens de inspiratiedag van LA2 (Internationale) presentaties Aan het einde van LA2 hebben Mijke van As en ik dat wat we gedurende het LA ontwikkeld hadden gepresenteerd op de inspiratiedag van 1 juni. Mijke werkt in het MBO, maar onze herontwerpen sloten mooi op elkaar aan en maakten zo één geheel. Met deze presentatie behaalden we uiteindelijk de tweede plaats bij de publieksprijs. Maar dat was zeker niet de laatste keer dat ik gedurende de MLI een presentatie heb gegeven. Het duurde echter lang voordat ik echt kon beginnen met mijn onderzoek. De gesprekken over de TechniekMavo gingen pas in het schooljaar 2015-2016 van start en voor die tijd wist nog niemand welk gebied van de TechniekMavo onderzocht moest worden. Ik heb wel al in het schooljaar 2014-2015 veel gelezen en een start gemaakt met mijn onderzoeksvoorstel. In het nieuwe college- en schooljaar ben ik meteen aan de slag gegaan met het echte werk. Toch stond het voorstel pas een half jaar later goed op papier. Ik had nog steeds veel moeite met het academisch schrijven, net als bij LA1. Dat de organisatie van de TechniekMavo steeds zijn focus verschoof hielp daar niet aan mee. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen mijn eigen pad te volgen en wist ik ook LA5-I te behalen. Beoordeling LA5-I Lang voordat mijn onderzoeksvoorstel werd goedgekeurd waren ik en de andere leden van mijn leergroepje door Anouke Bakx gevraagd of we wilden presenteren op de Eapril Conferentie die van 24 t/m 27 november in Luxemburg gehouden werd. Hoewel ik het doodeng vond, heb ik me meteen aangemeld. Net als bij het artikel was de voornaamste reden om hieraan mee te doen op dat moment het feit dat ik de presentatie dan vast gehad had en er niet meer aan hoefde te denken tijdens het afstuderen. Ook leek het me ontzettend gaaf om naar een internationale conferentie te gaan en over het onderwijs te praten met mensen uit andere landen met een andere achtergrond. Natuurlijk bereidde ik mijn presentatie net als de andere deelnemers goed voor, en dat heeft me enorm geholpen. Het was een erg gezellige reis die ik samen met Daniëlle Stephan, Ester Reesing en Gitty van de Rakt gemaakt heb. We zijn er samen heen gereden en deelden een hotelkamer, waar we onze presentaties nog een keer geoefend hebben. Toen we de volgende ochtend moesten presenteren ging dit bij iedereen verassend goed! Mijn presentatie voor Eapril 2015 Tijdens de conferentie heb ik gepraat met mensen uit verschillende landen, met allemaal hun eigen visie op het onderwijs. De workshops die ik heb bijgewoond waren vooral interessant door de gesprekken die eruit voort kwamen. De docent uit Zweden die ik sprak vond het bijvoorbeeld maar vreemd dat docenten in Nederland ‘alleen maar’ een HBO diploma hoeven te halen. Het helpen van collega’s Mijn school maakt deel uit van de Academische Opleidingsschool (AOS) Noord-Oost Brabant. Dat betekent dat studenten van de lerarenopleiding die bij ons stagelopen en docenten die daar behoefte aan hebben binnen de school onderzoek kunnen doen. Gedurende de afgelopen twee jaar hebben docenten en studenten die onderzoek doen voor de AOS geregeld mijn hulp ingeroepen. Ik vond het helpen van deze collega’s met hun onderzoek altijd erg leuk om te doen. Het geven van constructieve feedback gaat me vaak gemakkelijker af dan het zelf schrijven van een onderzoeksvoorstel. Daarover schreef ook Marjolein Versteijlen, die tijdens de gehele studie deel uit maakte van mijn leergroep. Dit begeleiden van onderzoeken is iets wat ik in de toekomst ook graag wil blijven doen. Waar wil ik nog naar toe? Het onderzoek dat ik gedaan heb voor LA5 is inmiddels beoordeeld met een voldoende. Op 14 juni heb ik dit onderzoek gepresenteerd op mijn school. Daarvoor waren alle docenten en andere medewerkers uitgenodigd. Ik heb hen daarbij meteen gevraagd om feedback. De middag was in twee rondes verdeeld en tijdens de tweede ronde ontstond er een heftige discussie, waarbij duidelijk werd dat één collega heel erg in de weerstand schoot ten opzichte van de uitkomst van mijn onderzoek. Ik heb op dat moment de skills die ik geleerd heb bij LA3 in de praktijk gebracht, waardoor ik het gesprek leidde en ruimte liet voor iedereen om zijn mening te geven. Uit het gesprek bleek dat binnen de sectie Mens & Natuur (voor wie ik het onderzoek en ook de aanbevelingen daarbij geschreven had), de meningen nogal uiteen lopen. Ik heb voorgesteld om op een ander moment verder te praten over mijn onderzoek en wat het onderzoek voor hen kan betekenen. Dat vonden ze een goed idee. Volgend jaar ga ik opnieuw onderzoek doen. Dit onderzoek richt zich op kritisch-democratisch burgerschap binnen M&M en de 21st Century Skill kritisch denken. Tijdens het doen van dit onderzoek ga ik ook andere onderzoekers helpen met hun onderzoek, binnen de AOS van het Fioretti College. Michell Lessmann vraagt hulp voor zijn onderzoek Feedback Moniek van Veghel Rol 4.Begeleider en gesprekspartner van collega’s Waar stond ik? In mijn eerste maand op het Fioretti College had ik me meteen ingeschreven voor de cursus tot Schoolpracticumdocent (SPD). Het leek me leuk om stagiaires te begeleiden tijdens hun stage bij mij op school. Deze cursus heb ik na een half jaar met succes afgerond en ik kreeg al snel mijn eerste stagiaires. Ik vind het altijd leuk om stagiaires te begeleiden, omdat ik daar zelf ook veel van leer en het leuk vindt om anderen enthousiast te zien worden voor mijn beroep. Binnen de sectie M&M werken we veel samen, maar ik merkte al voordat ik aan de studie begon dat mijn collega’s niet allemaal staat te springen als het gaat om innovaties en vernieuwingen. Wat heb ik gedaan? In de afgelopen twee jaar heb ik me verdiept in het voeren van gesprekken met collega’s binnen LA3. Deze skillsgesprekken gingen me in het begin niet gemakkelijk af, maar door veel te oefenen werd ik hier steeds beter in. Uiteindelijk heb ik het skillsgesprek meteen de eerste keer gehaald, iets waar ik heel blij mee was. De dingen die ik tijdens mijn studie heb geleerd heb ik waar mogelijk gebruikt en verspreid op school en onder mijn collega’s. Toen ik een aantal maanden bezig was met de studie, kreeg ik steeds vaker van collega’s de vraag of ik hen wilde helpen bij vernieuwingen die zij binnen hun secties wilden brengen of onderzoeken waar zij mee bezig waren. Ook heb ik een skillsgesprek gevoerd met mijn collega’s die het curriculum voor de nieuwe TechniekMavo aan het ontwerpen zijn. Dat gesprek heb ik opgenomen. Kennisdialoog over de TechniekMavo In het afgelopen schooljaar ben ik ook SPD geweest van een geschiedenisstudent van de Fontys Lerarenopleiding Tilburg. Zijn feedback op mijn begeleiding heb ik hiernaast opgenomen. In januari 2015 heb ik deelgenomen aan het Koerscafé van OMO (de overkoepelende organisatie van mijn school), waarin de toekomst van de organisatie op het gebied van onderwijs besproken werd. Ik merkte daar dat veel meningen uiteen liepen en dat de andere docenten vaak behoudend waren in hun opvattingen en in hoe zij de docent van de toekomst zien. Met dat wat ik bij LA4 gezien en gehoord heb in mijn achterhoofd, denk ik dat veel van mijn collega’s nog voor verassingen komen te staan. Waar wil ik nog naar toe? Volgend jaar maak ik weer deel uit van de AOS. Daarbinnen help ik collega’s met het opzetten en uitvoeren van hun onderzoek. Daarnaast wil ik me in mijn team en sectie blijven inzetten om vernieuwingen en innovaties te begeleiden in mijn rol als docent en collega. Vanuit de sectie Kunst & Cultuur ontving ik in februari 2015 de vraag of ik hen wilde helpen bij het gebruik van 21st Century Skills in hun vak. Zij wilden meer volgens deze vaardigheden gaan lesgeven en de leerlingen volgens deze vaardigheden opdrachten laten maken. Daarvoor volgden ze zelf al een cursus, maar ze wilden meer weten over de achtergrond van deze vaardigheden. Ik heb daarom een presentatie gegeven aan deze sectie, waarna we werkvormen zijn gaan ontwikkelen die deze vaardigheden aanspreken en aanleren. Het was een nuttige bijeenkomst, waar ook mijn collega’s goed op terugkijken. Wilbert Dirkx over de K&C studiedag Sjors Meeuws over mijn begeleiding van zijn stage Link naar het verslag van het Koerscafé Afsluitend Mijn taakomschrijving voor volgend schooljaar is dezelfde als de taakomschrijving die ik drie jaar geleden had. Ik heb ondanks de grote sprong die ik door de MLI gemaakt heb geen andere taken of bevoegdheden gekregen binnen de organisatie waar ik werk. Dat vind ik jammer, maar dit betekent niet dat ik niets ga doen met dat wat ik in de afgelopen twee jaar geleerd heb. Ik richt me als eerste op mijn eigen onderwijspraktijk. Daar wil ik op een andere manier gaan werken, door minder frontaal les te geven en meer ruimte in te bouwen voor het aanleren van vaardigheden. Vooral de theorieën over het geven van feedback en een growth mindset blijven me bezig houden. Volgend jaar heb ik doordat ik de studie heb afgerond meer tijd om hier echt mee aan het werk te gaan. Volgend schooljaar krijg ik een nieuwe teamleider, Sasja van Lieshout. Bij haar kennismaking in mei 2016 heb ik haar meteen meegevraagd voor de werkveldbijeenkomst van 6 juni. Deze bijeenkomst is inmiddels geweest en Sasja en ik konden meteen goed in gesprek over mijn ambities en de manier waarop zij mij daarbij kan helpen. We hebben afgesproken opnieuw samen in gesprek te gaan als zij op mijn school begint. Ik ben blij dat ik meteen actie heb ondernomen en haar heb meegevraagd voor de bijeenkomst, omdat zij nu al weet welke rollen ik heb ontwikkeld tijdens de MLI en waar mijn ambities liggen. De MLI is voor mij een goede leerschool geweest. Zowel in mijn privéleven als op mijn werk heb ik me kunnen ontwikkelen en daar heb ik elke dag veel profijt van. Ik ben op dit moment blij dat het er bijna op zit, omdat ik het ook erg zwaar heb gevonden. Toch kijk ik met een goed gevoel terug op de afgelopen twee jaar. Ik heb veel leuke mensen leren kennen en mijn grenzen meerdere keren verlegd. Deze zomer wil ik vooral relaxen, maar dat wat ik bij de MLI geleerd heb neem ik elke dag mee.


Comments

Copyright © 2025 UPDOCS Inc.